Wolfheze
Al voor 800 moet het gebied van Wolfheze bewoond zijn geweest. Er zijn 20 grafheuvels in de omgeving gevonden, vooral langs de beek. De fundamenten van een elfde eeuws kerkje werden aan het eind van de 19e eeuw gevonden.
Het kerkje stond ten noorden van de weg naar Arnhem-Noord (even ten zuiden van de huidige snelweg) en het Hof stond ten zuiden van die weg in het dal van de beek.
80-jarige oorlog
De 80-jarige oorlog betekende de ondergang van het oude Wolfheze (Wolvenbos). In 1585 verwoesten de Spanjaarden het dorp. Het dorp omvatte het Hof (het eigenlijke dorp) te Wolfheze en het Wildforstergoed. Het dorp werd niet meer opgebouwd, het Wildforstergoed wel. Het huis stond ten oosten van het Hof te Wolfheze en verwisselde regelmatig van eigenaar. In 1826 brandde het Wildforstergoed af. Later werd er op dezelfde plaats een boerderij gebouwd, die ook dienst deed als uitspanning.
Station en Wolfhezerweg
De spoorlijn Utrecht – De Klomp werd in 1845 doorgetrokken tot Arnhem. Daardoor kreeg Wolfheze een station op de plek waar de oude Jachtweg de spoorbaan kruiste. Wolfheze was het enige station tussen Ede en Arnhem en erg belangrijk voor Oosterbeek, waar veel houthandel was. Voor dit goederenvervoer was een verbinding nodig tussen het nieuwe station en de Utrechtseweg. Er liep een oud pad, deels schaapsdrift, dat via de Bredelaan en Zonneheuvelweg naar de uitspanning liep. Het pad was echter ongeschikt voor goederenvervoer, zodat Baron van Brakell, eigenaar van de gronden van Groot-Wolfheze, in 1846 de Wolfhezerweg liet aanleggen. Al spoedig volgde er bebouwing bij het station. In 1848 werd de Wolfhezerweg verlengd met de Italiaanseweg.
Psychiatrisch ziekenhuis
Het nieuwe dorp Wolfheze bestond in die tijd nog voornamelijk uit dennenbos. In 1906 kocht de Vereniging tot Christelijke verzorging van geestes- en zenuwzieken 86 hectare bosgebied en zette er een gebouw neer, de voorloper van het huidige psychiatrisch ziekenhuis. De oude uitspanning maakte in 1911 plaats voor een nieuw gebouw. In datzelfde jaar werd ten noorden van de spoorbaan een tehuis voor alleenstaande blinden gebouwd. Het dorp Wolfheze bestond in eerste instantie alleen uit personeel van de stichting en enkele zakenmensen. In de jaren tussen 1915 en 1917 kwam er een kamp voor geïnterneerde Duitse militairen. De Duitsekampweg herinnert daar nog aan.
Na de oorlog
Rond 1920 vestigden zich bewoners van buiten in Wolfheze. De bebouwing nam toe, zowel bungalows als boerderijen. Het dorp kwam de 2e wereldoorlog redelijk goed door. De stichting had wel met grote verwoestingen te maken; de luchtlanding vond ten westen van het gebied van de stichting plaats. Na de oorlog werd een nieuw, groter en moderner ziekenhuis opgebouwd. Het tehuis voor blinden brandde in de oorlog af en werd op dezelfde plek opgebouwd. Inmiddels telt het dorp ruim 1600 inwoners, waarvan veel direct economisch verbonden zijn aan het grote psychiatrisch ziekenhuis.